Les 2: Cannabis

Cannabis wordt gemaakt van een vrouwelijke wietplant die al eeuwenlang wordt gebruikt als drugs, medicijn, een middel voor in ceremonies, of als grondstof voor in textiel. Vanaf 1960 werd het gebruik van cannabis onder jongeren in Nederland extreem populair.
Er zijn twee hoofdsoorten hennepplanten: de Cannabis Sativa en de Cannabis Indica. De meeste planten zijn kruisingen. Van de werkzame stoffen in hasj en wiet zijn THC (tetrahydrocannabinol) en CBD (cannabidol) het belangrijkst.
Het gebruiken van cannabis heeft meerdere lichamelijke en geestelijke effecten. Deze effecten nemen ook toe naarmate er meer wordt gebruikt. Het effect wat het heeft, heeft niet alleen te maken met het middel zelf maar is ook persoonsgebonden. Zo spelen factoren als de ervaring  en de verwachting die een gebruiker heeft een rol. Ook de omgeving speelt een rol, is het druk of rustig, gebruik je cannabis in een vertrouwde omgeving of een niet vertrouwde omgeving.

Veel voorkomende effecten zijn wel het krijgen van rode ogen, een versnelde hartslag, warme of juist koude handen, een doge mond een en een verslapping van de spieren.
Op geestelijk gebied zijn er ook effecten zo kun je een vreetkick en/of een lachkick krijgen, of juist slaperig worden. Maar ook gevaren als schade aan het korte en lange termijn geheugen. Als je begint met het roken van cannabis begint de werking al binnen een halve minuut. De totale duur van de werking is zo’n 2 a 3 uur.

In Nederland wordt het gebruik van cannabis toegestaan, je kunt het kopen in de bekende coffeeshops. Sinds kort is de wietpas ingevoerd met als doel de overlast van buitenlandse gebruikers die hun cannabis in Nederland komen kopen terug te dringen. De wietpas is een soort lidmaatschap die anno mei 2012 in Nederland is ingevoerd. Alleen personen die in het bezit zijn van een wietpas kunnen bij een coffeeshop legaal cannabis kopen. Om een wietpas te kunnen verkrijgen moet je meerderjarig zijn en in Nederland wonen. Door een uittreksel van je bevolkingsregister aan te vragen bij de gemeente en deze in te leveren bij een coffeeshop krijg je een wietpas.

Opdracht:

Typ een betoog over de invoering van de wietpas. In een betoog probeer je anderen te overtuigen van jouw standpunt. Het betoog moet duidelijke en heldere argumenten bevatten. Denk ook aan een logische indeling met een inleiding, kern en een slot. Verder moet het betoog een heldere zinsopbouw bevatten en vrij zijn van spelling- en grammaticafouten. Minimaal 600 woorden en maximaal 1000 woorden.

Wil je extra informatie over wat de wietpas nu is en wat het inhoudt ga dan naar: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/drugs/softdrugs

Succes!